Hoe kun je omgaan met de verschillen tussen makers?

Ik denk al lang na over een natuurlijke differentiatie in maakprojecten. Zodat iedereen in zijn eigen flow kan werken, en precies dat krijgt wat er nodig is. Veilig, met een grote rol voor kennis en ervaring en met aandacht voor dat wat ontbreekt.

Want het is jammer als er een ‘Maar ik weet niks!’ kind maar matig werk levert. Of als de kinder kunstenaar tijdens de instructie verveeld uit het raam kijkt. En de luie jongen dat ook doet!

Maar hoe weet je wie je voor je hebt?

Alle makers zijn verschillend

Makers lijken niet op elkaar en dat heeft te maken persoonlijkheid en met talent. Talent: het makkelijk doen, het goed kunnen. Maar ik vraag me vaak af of talent niet eigenlijk de som van kennis en ervaring is. Als je gewend bent veel te maken en bijvoorbeeld regelmatig met kunst in aanraking komt, ben of lijk je dan meer getalenteerd?

Ik stopte die vraag in dit schema:

Iedereen staat ergens anders is dit schema en heeft dus logischerwijs iets anders nodig.

Iemand met weinig kennis (bijvoorbeeld over het w&t of kunst onderwerp) en weinig vaardigheden heeft hulp nodig om te beginnen. Hij voelt zich onmachtig en daardoor vervelend.

Iemand met veel kennis, maar met weinig vaardigheden kan moeite hebben ideeën tot concrete producten uit te werken.

Iemand met veel vaardigheden en met weinig kennis, kan mooie dingen maken, maar heeft vaak een start nodig met het idee (bijvoorbeeld door meer kennis op te doen).

En tenslotte, voor iemand met veel kennis en veel vaardigheden (talent?), is veel instructie niet nodig, die wil liever gewoon zelf beginnen.

Triggers

Alle makers hebben een ander startpunt of andere inspiratie nodig; datgene dat ze helpt te beginnen. Een trigger. Als een ingredient dat we toevoegen aan het kind waardoor het gaat pruttelen.

Ik snap dat je niet voor ieder kind een eigen route kunt ontwikkelen, maar je kunt misschien wel iedereen tegelijk een bont aanbod bieden, waar ze zelf uit kiezen.

Alle triggers worden aan iedereen aangeboden; het kind kiest zelf -al dan niet met hulp- welke aantrekkelijk is op dat moment. 

Triggers zijn divers

Deze triggers zijn dus voor iedereen anders.

  • Als het ontbreekt aan vaardigheden, wil je misschien even snel iets leren doen: houten model bouwen? Even leren lijmen!
  • Als je geen idee hebt, is een ontwerpopdracht of uitdaging fijn: een product die een blinde oudere helpt, een oplossing voor iemand die bang is in donker. etc.
  • Als je veel weet en kunt, maar niet kunt kiezen is inspiratie fijn. Een mooi kunstwerk, een wonderlijke uitvinding of mooie gedachte.
  • En als je meer kennis nodig hebt, is uitleg of een goed voorbeeld fijn.

Dynamisch

Ik denk niet dat kinderen niet vast zitten in één van de kwadranten, maar -zodat ze bijvoorbeeld een vaardigheid hebben opgedaan- vanzelf verschuiven naar een andere en meteen een andere behoefte hebben. Dat kan heel snel en onbewust gaan, daarom is dat bonte aanbod van belang. Dan is er altijd iets dat past.

het hele ding

Is het wat?

Fijn als jullie laten weten of dit denken ergens op slaat of niet. En of het helpt! Of niet natuurlijk. Ik merk dat ik graag alles met alles verbind. Waarschijnlijk kan en hoeft dat helemaal niet.

Nawoord: Ik kreeg meteen allerlei vragen en opmerkingen van MeesterJorrit. Een geweldige leerkracht die veel met techniek en maken werkt. Hij ziet dit hierboven vooral als iets dat bij lange, open opdrachten zou kunnen passen. En dat het Bauhaus model (juist ontbrekende vaardigheden leren) meer geschikt is voor binnen het onderwijs. Ik denk dat hij gelijk heeft. We gaan er binnenkort over Skypen, ik laat jullie weten hoe dat afloopt… 

Meer!

 

Liefde! <3