Tijd voor het Grote Eigenwijze

Eerder deze week keek ik naar The Victorian house of arts and crafts bij de BBC. De serie gaat over een groep ambachtsmensen die leven in een commune als in de tijd van de Arts and Crafts movement. Ze richten samen een huis in (gordijnen, houten bed, firedogs) volgens de idealen van die beweging. Het is vertragende tv. Het ontwerpen duurt lang, het overleggen duurt lang, het maken duurt lang.

Arts and Crafts

De Arts and Crafts movement was een reactie op de industriële revolutie. De vieze en snelle industrie zorgde ervoor dat mensen gevangen raakten in een kale lelijke wereld. Het leven van gewone mensen was sterk verslechterd door (het werken in) de fabrieken en de producten die in de fabrieken werden gemaakt waren saai en uniform. Gewone mensen waren machteloos. De natuurlijke relatie tussen schoonheid en de samenleving was verbroken.

Het antwoord van de Arts and Crafts movement was toegang tot mooie dingen. Als we omringd zijn door schoonheid en comfort heeft dat sterke invloed op ons geluk.

Zelf hebben

Voor het eerst ontstond de opvatting dat ontwerp en ambacht ook tot de kunst gerekend konden worden. In kunstenaarsgemeenschappen gingen ze samen aan het werk: ambachtsmensen, ontwerpers en kunstenaars. Ze maakten mooie dingen voor iedereen. Daarbij lieten ze zich inspireren door de natuur als tegenwicht tegen de lelijke en grove industrialisatie.

Grondlegger van de beweging William Morris was ervan overtuigd dat als we terug konden keren naar de wereld van eenvoud, schoonheid en ambachtelijkheid van de middeleeuwen, we weer gelukkig konden worden. (Beetje te romantisch beeld natuurlijk…)

Portrait of William Morris by George Frederic Watts, oil on canvas, original 25 1/2 in. x 20 1/2 in. (648 mm x 521 mm), 1870.

En het werkt (nog steeds): als ik kijk naar The Victorian house word ik overvallen door een diep verlangen. Naar rust. Naar schoonheid.

Kale, lelijke wereld

Want als we naar onze huidige tijd kijken lijkt het wel wat op toen. De lege blikken op mobieltjes. Mooie dingen die alleen door een camera worden waargenomen. Wij braaf klikkend waar men ons wil laten klikken.

De onzichtbare en snelle technische grootmachten zorgen ervoor dat wij gevangen raken in een kale lelijke wereld. We moeten ons wellicht afvragen of het leven van gewone mensen niet sterk verslechtert door (het werken met) de de producten die ons door big-tech worden aangeboden. Maken ze ons leven niet saai en uniform?

Makermovement

Gelukkig hebben we onze hedendaagse Arts and Crafts movement: de Makermovement. Een groep speelse dromers die met humor, kennis en skills tegenwicht bieden aan big-tech en big-money. Hoera!

Is het gelukt?

De Arts and Crafts movement heeft zijn doelen niet helemaal kunnen verwezenlijken. Door al het handwerk en mooie materiaal dat in de producten ging, werden hun producten voor gewone mensen onbetaalbaar. Maar wel bereikten de makers hun persoonlijke doelen: hun zoektocht naar vertraging en schoonheid was waardevol. Door de combinatie van aandacht, kennis en vaardigheden in hun werk vonden ze geluk. Flow.

Lukt het?

En bij de makermovement zie je diezelfde flow. Grondlegger van de maakbeweging Dale Dougherty: Makers zijn mensen die techniek zien als mogelijkheid om te spelen. En we weten van Johan Huizinga (schrijver van Homo Ludens, 1938) dat spelen belangrijk voor ons is en ons gelukkig maakt. Makers maken een lange neus, omdat ze zelf kiezen wat ze doen met wat hen wordt aangeboden.

Nu de makermovement opgroeit zien we kansen. Ik schreef er al eerder over.

  • We zien dat maken nuttig kan zijn: maakonderwijs biedt kansen voor het opleiden van technisch personeel dat zo nodig gaat zijn.
  • We zien dat maken handig kan zijn: zonder blikken of blozen droppen we problemen van vorige generaties bij de huidige generatie: hier, ga maar lekker nadenken over fijnstof en vervuiling in deze supercreatieve maker-workshop! (Terwijl we de maximum snelheid nog even niet naar beneden aanpassen.)

Over of het nuttig en handig moet zijn wordt onder maakonderwijs-mensen vurig gediscussieerd. Want natuurlijk is het goed technische mensen op te leiden. En natuurlijk zijn veel workshops fantastisch en relevant om kinderen te betrekken en –nog beter- om ideeën te vinden die we echt gaan realiseren. Maar laten we wel opletten dat we de geest van de makermovement voldoende blijven dienen.

Grote Gekte

Van de week sprak ik met Karien Vermeulen van de Waag. Een fijne slimme maker en denker. We kwamen samen tot de conclusie dat veel maakaanbod veelal gericht is op nut en maatschappelijke toepassing.

Binnen maakonderwijs is nog niet voldoende kennis en kunde om het artistieke en de kunsten een betekenisvolle en gelijkwaardige plek in het proces te geven. Terwijl de kunstmensen maakonderwijs vaak te toegepast of inhoudelijk leeg en nerdy vinden. Maakonderwijs is in het technische domein terecht gekomen en de kunsten worden niet altijd betrokken. (Behalve als het om ‘technische’ kunsten gaat.) Dat zit ons dwars.

Grote vraag waar Karien en ik over spraken is wat het volgende grote ding wordt. Ja, citizen science. Ja, bio hacking. Dat zal allemaal zeker groeien. (Yey!) Maar ik hoop op nog iets anders.

Alles wat je kunt verzinnen komt er

Ik las ooit een boek waarin werd onderzocht of de ideeën uit Star Trek ooit waar konden worden. Conclusie in het boek was dat de meeste dingen ooit mogelijk zouden zijn. En in de The Hitchhikers Guide Through The Galaxy (1979) wordt de huidige Apple watch al helemaal beschreven. Literatuur als inspiratie voor een product. Kunst als inspiratie voor techniek.

Sindsdien houd ik mijzelf en mijn kinderen voor dat alles wat je kunt verzinnen ooit mogelijk zal zijn. Wat het ook is. En dat je je dan natuurlijk wel moet afvragen of het wenselijk is. (De plannen van Elon Musk vind ik bijvoorbeeld best -eh- spannend: Elon Musk awards $10 million prize to 2 startups replacing teachers with tech)

Het Grote Eigenwijze

Alle nuttige, handige uitvindingen zijn van grote waarde. Uiteraard. Maar het vreemde, gekke, waanzinnige inspireert minstens net zo veel. Zonder vrijdenkerij was er geen Eiffeltoren. En waren er geen dazzle oorlogsschepen. (Even los van hoe goed beide ideeën zijn.)

(ID # 3681) In port, circa November 1918. Note how her Dazzle camouflage greatly distorts the apparent aspect of her bow. Photograph from the Bureau of Ships Collection in the U.S. National Archives.

Het volgende grote ding is wat mij betreft dan ook hopelijk het Grote Eigenwijze. Dat we maakonderwijs niet alleen zien als manier om nuttige ideeën vorm te geven, maar dat het vrij is. Dat het kunst, of wat dan ook mag zijn.

Machine die misschien wel alles eet, bedacht door Rufus (10 jr.)

Dat we het niet klein maken met methodes en manieren (doe het altijd zo: 1,2,3), maar juist enorm groot. Door de context te verbreden: kunst, wetenschap, techniek, filosofie, taal; alles expliciet verbonden! En door maken als manier van werken te zien, binnen welk domein en met welk doel dan ook.

En waarin we uiteraard zorgen voor veel kennis, vaardigheden en ervaringen om mee te werken/denken. Maar dat we dat als ingrediënten zien, waar de maker zelf iets mee kan doen.

Op een onduidelijke toekomst dan maar.

Een toekomst waarin we vragen stellen in plaats van oplossingen te eisen. En waarin we erop vertrouwen dat wat er dan gebeurt waardevol is, ook al begrijpen we het (nog) niet. Want pas dan kunnen we echt in de toekomst kijken.

En daarop proostten Karien en ik. Met onze gemberthee.