Blog: maakchallenge, alle kanten op

Ik was in Leeuwarden voor een test van de Maakchallenge die Per-Ivar Kloen en ik maken. In het kort: maak een kettingreactie in een doos. In het ontwerpen van het materiaal was de belangrijkste vraag hoe we zorgen voor veiligheid en vrijheid tegelijk. Want dat er zomaar iets gebeurt, dat vinden wij het mooiste van maken. (Maar als het te onveilig is, gebeurt er helemaal niets en als alles gescript is, wordt het saai.) We maakten een kader, maar geen stappenplan. En dat mochten we voorleggen aan een groep experts.

De bijeenkomst was onderdeel van een reeks: Bibliotheekservice Fryslân (FryskLab) is samen met Keunstwurk verantwoordelijk voor deze zogenaamde leergemeenschap rondom digitale tools/maken/nieuwe media binnen KEK2. Een grote eer om daar op bezoek te mogen komen. Want ik houd van onderwijs- en bibliotheek mensen: alles delen en altijd op zoek naar beter. Er waren leraren, bibliotheekmedewerkers, workshopbegeleiders (Frysklab!) en kunstenaars. (If you cannot convince the, confuse them.)

We begonnen met een gesprek, waarin Marieke Opgelder een mooi model van Karin Kotte deelde: Er zijn 3 manieren om kinderen tot een creatief product te bewegen:

  • Aan de ene kant productgericht: je geeft kinderen hele letterlijke instructie: maak deze vlinder na van het voorbeeld.
  • Helmaal aan de andere kant vrije expressie: je geeft brede opdrachten als teken een vlinder. Een simpele, maar ook erg open vraag waardoor mensen niet erg lang nadenken maar meteen het eerste tekenen wat in het opkomt. De vraag is zo vrij en groot dat de angst tot snelle oplossingen noodt. Te groot.
  • En – de tussenvorm- procesgericht, waarin kinderen door ze vragen te stellen en dingen zelf op te laten zoeken en bedenken in een proces tot een eigen creatief product komen.

Die tussenvorm is natuurlijk wat we willen met de kettingkaartjes. Dus meteen de test: is dat gelukt?

Materialen:

  • Kettingkaarten: 29 verschillende kaartjes met steeds één interactie erop. 
  • Werkmateriaal dat past bij de kettingkaarten (Dank Frysklab en Conrad). 
  • Karton(nen) dozen.

Testvragen:

  • Is het te open?
  • Is het te vrij?
  • Wanneer kom je in flow?
  • Wanneer loop je vast?
  • Is het idd een fijn kader, en kan een leerkracht of docent het toewerken naar de eigen klas en de eigen thema’s?

We gingen na een korte inleiding aan de slag in drie groepen. Geen echte instructie, alleen de kaders. Er gebeurde verschillende dingen tegelijk.

De bloemetjes en de bijtjes

Groep 1 pakte de spuit en slang (luchtdruk) en verzon meteen een verhaal. Een tuin, waarin iets gebeurt: luchtdruk, plant groeit en raakt bij, licht aan. Meer technische en beeldende taken werden vanzelf en zonder overleg verdeeld en ze begonnen te bouwen. Een illustratieve, theater-achtige scene. Aanpak: bouw, test, bouw, test, bouw, test.

Luchtdruk en lepel

Groep 2 begon meteen interacties uit te proberen. Al bouwend ontstond er van alles. En dat knoopten ze aan elkaar tot dit: luchtdruk verschuift knikker die door een gat valt en een schakeling rond maakt, waardoor een gemotoriseerd bekertje naar beneden trilt over en helling. Aanpak: bouw, test, bouw, test, bouw, test.

Vuur en ventilator

Groep 3 vond dat er veel kaartjes waren. Het duurde even voor ze begonnen omdat het kiezen en verzamelen van materialen tijd kostte.

Ze maakten schetsen en bedachten het hele ding van te voren. Het bouwen ging rustig en planmatig. Aanpak: denken, bouwen, test. (Ja echt, in één keer!)

Touw brandt, gewicht valt en maakt schakeling rond, ventilator gaat draaien en duwt balletje weg.

Allemaal anders, allemaal goed

Allemaal een andere aanpak, allemaal succes. (En juichen als de kettingreactie werkt!) En de populairste kaartjes waren luchtdruk, DC motortje en het folie om een connectie te maken. Er was mooie flow, iedereen was aan het werk. We hadden van 4 tot half 7 (onderbroken door een pizzapauze), dat was fijn lang.

In het nagesprek werden mooie dingen gezegd:

  • Het kader van de doos is goed, dat maakt dat je niet te groot gaat denken en dus geen details uitdenkt.
  • De kaarten zijn fijn, ze helpen in de allereerste stap: door de kaarten start het denken. Er gaan laatjes open.
  • Kwantiteit is een goed aanvullend kader (combineer x kaartjes)
  • De kaartjes kunnen in les-setjes worden aangeboden: 5 die iets met elkaar te maken hebben. Setjes die leraren zelf maken! (Inclusief boodschappenlijst)
  • Goed dat er geen tips zijn voor het verbinden van de interacties, dat is leuk om zelf uit te vinden.
  • De set materialen was fijn, vooral de spuit en de DC/led/batterijen.
  • De challenge is in te zetten voor zowel tech, crea, taal- als rekenlessen; leerkrachten kunnen er veel mee! Dat is aan hen.
  • Samenwerken is voor sommige kinderen lastig, maar dat is hier echt en vereiste. Timeboxen of faseren kan dan helpen.
  • Kinderen die vastzitten kunnen eerst één kaartje namaken (en later verwerken in een langere reactie).
  • Jonge kinderen (groep 2) kunnen ontdekken met één interactie, en zo ook meedoen.
  • Hoe zit het ook alweer met de stroomkring? Moeten we uitleggen in de handleiding of op het kaartje.

En toen kreeg ik een hele stapel gesigneerde boeken van Jeroen. (Die trouwens paarse schoenen aan had.) (En een paarste riem droeg.)

En nu verder

We gaan de kaartjes afmaken en delen via de Maakchallenge website. Houd Twitter in de gaten!

Dit is nu alvast heel goed voor ons humeur:

Dank <3