Mijn lief kind,
Mijn lief kind, mag ik van je leren? Een eenvoudige vraag. Een belangrijke vraag. Maar toch stel ik hem nu pas.
Ik ben de moeder. En dus voed ik je op. De taak die ik vol inzet heel graag doe. Alles om jou tot jezelf te laten uitgroeien.
Een fijne school. De juiste boeken. Cursussen, clubs. Vriendschappen. Alles zien en meemaken. Mooie kleren, echte kleurpotloden en mij als rolmodel.
Ik ben groot, dus ik leg het je uit. Zo moet dat. Ik leer je tekenen, ik leer je oversteken, ik leer je wanneer je je handen wast.
En toch is er een chronisch misverstand. Want vaak wil je niet, en vaak lukt het niet.
En nu pas, nu pas, snap ik hoe het zit. Met alles wat ik in me heb voed ik je op.
Voed ik jou op. Ik, jou.
En wat gebeurt er dan?
Ik laat je voelen dat je langzaam gaat (want ik heb zo weinig tijd). Ik laat je voelen dat je slordig bent (want ik kan het veel beter). Ik laat je voelen dat ik beter ben.
En daardoor, door mij … lukt het bij jou soms niet.
Maar wees alsjebieft mild voor me. Want ik begreep dit nu pas. Midden in de nacht, toen ik niet kon slapen.
Wees mild voor me. Want moeder zijn, dan doe ik voor het eerst. En dat leer ik door te oefenen. Met jou.
Ik beloof je.
Dat ik beter naar je zal kijken. Want langzaam betekent dat er rust nodig is. En slordig betekent dat het moeilijk is. En beter, dat ben ik helemaal niet. En leren, dat moet ik ook. Dat snap ik nu.
En soms lukt het wel. Dan zijn we echt samen. Dan maken we iets. Samen. Dat is mijn grootste geluk. Jij leert van mij en ik leer van jou. Zo moet het.
En dus vraag ik je:
mijn lief kind, mag ik van je leren?