Een boekbespreking van Creating innovators (Tony Wagner), Mindset (Carol Dweck) en Empathie (Roman Krznaric).
Soms komen dingen prachtig bij elkaar.
De grote vraag waar ik al lang mee bezig ben is of je maak- en creatieve processen kunt formaliseren en in (skills)lijstjes en stappen kunt vangen. En dan van daaruit kunt aanleren. Meestal geloof ik van niet. Ik hecht aan de gedachte dat creativiteit en maken rommelig zijn, en alleen tot bloei kunnen komen door aan de slag te gaan.
In de kerstvakantie las ik drie boeken die samen een wonderlijk mooi verhaal vertelden. Deze drie boeken hebben me tegelijk uitgedaagd en bevestigd in mijn opvatting. Dat verhaal wil ik graag met jullie delen. Geen echte boekbespreking, maar misschien wel inspiratie de boeken ook te gaan lezen.
Creating innovators, Tony Wagner
Wagner schrijft in zijn boek Creating Innovators over de voorwaarden voor creativiteit en innovatie. In zijn boek vind je veel mooie verhalen van succesvolle ondernemers (opvallend vaak drop-outs) en scholen en universiteiten die gericht zijn op de maximale ontwikkeling van creativiteit. Waarbij zowel leerlingen als docenten met veel vertrouwen van alles proberen en actief leren.
In een eerder boek beschreef Wagner de Seven Survival Skills for the future:
- Critical thinking and problem solving
- Collaboration across networks and leading by influence
- Agility and adaptability
- Initiative and entrepreneurship
- Accessing and analyzing information
- Effective oral en written communication
- Curiosity and imagination
Inhoudelijk goed, maar wel een beetje een koel lijstje. Het zijn karakteristieken waar succesvolle ondernemers terugblikkend waarschijnlijk aan voldoen, maar
of je succesvol wordt door het aanleren van deze skills weet ik niet. Zulke vaardigheden voelen als werk, iets wat je leert om een goede professional (brr) te worden.
Dat vond Wagner ook. In het verder denken over innovatie kwam hij scholen en ondernemers tegen die hebben ervaren dat succesvol plannen realiseren weliswaar bovengenoemde eigenschappen vraagt, maar vooral een zacht proces is dat op gevoel en op vertrouwen gestoeld is. En dat vraagt het veranderen of wegnemen van bestaande structuren.
Zo heeft het MIT Media Lab geen verplicht curriculum, studenten worden aangemoedigd cursussen te volgen die ze interessant en relevant vinden. Studenten hebben veel vrijheid. Die vrijheid bestaat niet uit de afwezigheid van structuur, maar juist door het aanbod van een een ander soort structuur. ‘We see a strong emphasis on collaboration (versus individual achievement); multidisciplinary learning (versus specialization); an emphasis on creating things and student empowerment (versus passively consuming knowledge); encouragement of intellectual risk-taking and trial and error (versus risk avoidance); and, finally, a strong emphasis on intrinsic (versus extrinsic) motivation, with the absence of grades and the faculty’s focus on encouraging students to pursue their passions.’
Patroon in de succesvolle voorbeelden is dat de hoofdpersonen vanuit hun gevoel hebben gehandeld. En dat hun bedrijf of school een verlengde is van wie ze zijn: wat ze belangrijk en interessant vinden. Het is allemaal erg persoonlijk.
Boodschap is dat wat je kunt en doet altijd al in je heeft gezeten en onderdeel is van jouw eigen logische verhaal.
De Five characteristics of design thinkers van Tim Brown vind ik een fijner lijstje. Dat voelt minder business en meer intuitief:
- Empathy: people first
- Integrative thinking: all aspects of a problem
- Optimism: not matter how challenging a problem, it can be solved
- Experimentalism: trial and error
- Collaboration: interdisciplinary
Vooral empathie, optimisme, uitproberen en samenwerking spreken me aan.
Die hoef je niet aan te leren, maar alleen te (her)activeren. Het zit dicht bij de kern van wat het is om mens te zijn. Breed denken moet je waarschijnlijk meer ontwikkelen en oefenen, maar dat is in context met de andere skills niet moeilijk. (Leiden empathie, optimisme en samenwerking niet vanzelf tot breed denken?)
Het zijn allemaal meer gewoontes dan skills. Iets heel normaals dat je als gereedschap moet leren gebruiken. En alleen als je (intrinsiek) gemotiveerd bent, want anders lukt het niet.
Wat kunnen we hiermee? Ik heb geprobeerd de relevantie voor verschillende rollen te omschrijven:
- De maker (of leerling) moet vooral lekker gaan maken. Met veel plezier! Leren door bezig te zijn, en zonder angst hulp vragen als het nodig is.
- De collega doet hetzelfde. Maar let er misschien extra op om op tijd advies en expertise in te brengen. Hij geeft advies, maar vraagt het natuurlijk ook.
- De leraar laat het gebeuren en kijkt goed. Hij steunt het proces en de energie waar nodig, en brengt kennis in als het proces rijker en beter kan. (Enis ondertussen als maker zelf ook aan het leren!)
Het is dus allemaal heel persoonlijk en er wordt gehandeld vanuit gevoel. Dat brengt me bij boek 2.
Empathie, Roman Krznaric
Vrijwel alle mensen kunnen zich inleven in anderen. Toch handelen we daar niet altijd naar. In zijn boek vertelt Krznaric over wat ons tegenhoudt, en hoe we die barrières kunnen wegnemen om empathischer te leven.
‘Dat komt niet alleen onze relaties en creativiteit ten goede, maar leidt ook tot fundamentele maatschappelijke en politieke verbeteringen.’
Empathie is belangrijk voor ons welzijn. Je kunnen inleven in een ander en daarnaar handelen en zelf open zijn naar anderen maakt dat we als groep kunnen functioneren. Het is een middel om samen te kunnen leven, leren en werken en het vormt een voorwaarde voor geluk en groei.
Maar waarom lukt het ons niet altijd een empathische houding te hebben?
Vooringenomenheid: we maken snel beslissingen over wie we voor ons hebben op basis van eenvoudige modellen (schoonmaker = laagopgeleid), wat ons helpt in ons dagelijks functioneren, maar het zorgt er tegelijkertijd voor dat we vaak in stereotypes denken, in plaats van over echte mensen.
Gezag: veel mensen houden ervan als iemand met gezag vertelt hoe het zit of wat er moet gebeuren. In die gehoorzaamheid verliezen we soms het vermogen empathisch te handelen. Het beroemde experiment van Stanley Milgram waarin deelnemers elkaar elektrische schokken moesten geven (‘U hebt geen keuze, u moet doorgaan.) toonde dat schokkend aan.
Afstand: voor mensen die we niet kennen, die ver weg wonen en een leven leiden dat anders is dan het onze is het moeilijker empathische gevoelens te ontwikkelen dan voor mensen die meer op ons lijken. Afstand maakt ons minder moreel begaan met anderen.
Ontkenning: we zijn geneigd onze ogen te sluiten voor wreedheden en lijden van anderen. Het is te abnormaal, te verontrustend, te bedreigend. Te moeilijk om over na te denken.
Toch zijn we gelukkiger als we ons empathischer kunnen opstellen. Krnzaric reikt ons 6 nieuwe gewoontes aan waarmee dat kan:
- Begrijp dat empathie waardevol en prachtig is. Zet je brein bewust op empathisch.
- Verplaats je bewust in andere mensen. De mensen om je heen, maar ook je vijanden. Probeer te zien waarom ze zijn wat ze zijn en doen wat ze doen.
- Dompel je onder in levens van mensen die anders zijn dan jij. Begeef je in een andere subcultuur, ga bewust op zoek naar andere ervaringen.
- Voer goede gesprekken: leer radicaal te luisteren. (Marshall Rosenberg)
- Verplaats je in anderen door verhalen te lezen, films te kijken, tentoonstellingen te bezoeken en online verhalen van anderen te lezen.
- Wat kun jij doen om mee empathie te genereren? Inspireer anderen!
Mooiste in het boek vond ik de ideeën van emotieonderzoeker Brené Brown. Zij stelt dat kwetsbaar zijn een voorwaarde is voor empathie en geluk. Als we iets riskants doen, als we iets voor het eerst proberen, om hulp vragen, een mening verkondigen, verliefd worden, bekennen dat we iets niet kunnen, voelen we ons kwetsbaar. En dat is eng. Gelukkig kan die kwetsbaarheid goed resulteren in diepere relaties, grotere empathische verbondenheid, creatieve doorbraken, meer plezier en minder angst.
We leren dat kwetsbaarheid een zwakte is, maar in feite getuigt kwetsbaar zijn van grote moed vindt Brown. Kwetsbaar durven zijn getuigt van een op groei gerichte mindset. (zie derde boek)
De grote lijn is dus een oprecht open houding te hebben, zowel naar anderen als naar jezelf. Vanuit die openheid kun je beter nadenken over behoeftes van anderen en jezelf en menselijker beslissingen nemen. Als je samen aan het leren of maken bent is het fijn je bewust te zijn van je eigen empathische houding. Naar jezelf, naar de ander, en naar dat wat je leert of maakt. Vanuit liefde.
Oprechtheid is daarin belangrijk.
Ook in marketing is empathie als aanpak doorgedrongen. Door in te spelen op diepe behoeftes van mensen kun je immers veel meer verkopen! Daar word ik persoonlijk helemaal niet goed van. En mensen die dingen hebben gekocht
omdat hun behoeftes zo goed zijn doorzien ook niet. Empathie is daar ontdaan van de morele betekenis. Het moet gaan over liefde en wederkerigheid. Om echt empathisch te handelen moet je kwetsbaar durven zijn, en zelf ook durven veranderen.
Wat kunnen we hiermee?
- De maker weet voor wie hij iets maakt. Vol liefde en aandacht begrijpt hij de diepe behoefte en de kans daaraan zelf een waardevolle bijdrage te leveren.
- De collega voelt het als er iets nodig is. Hij kijkt en communiceert. Uit oprechte interesse en vanuit de behoefte zelf ook te groeien denkt hij mee met de maker.
- De leraar ziet vol interesse wie zijn leerling is en helpt hem te groeien vanuit dat wat hij in de leerling ziet. Een steeds veranderend beeld. Dat van de leerling, maar ook dat van de leraar.
Voorwaarde voor dit alles is dat je je kunt openstellen. En zo komen we bij het laatste boek.
Mindset van Carol Dweck
Dweck is al jaren bezig met onderzoek naar prestatie en succes. Zij heeft ontdekt dat het niet alleen onze vaardigheden en talenten zijn die voor succes zorgen, maar dat de mindset die men heeft ook mede bepalend is.
Ze onderscheidt twee mindsets:
- Mensen met een statische mindset geloven dat hun talent en intelligentie een gegeven zijn en dus onveranderlijk.
- Mensen met een op groei gerichte mindset geloven dat je je talent en intelligentie kunt ontwikkelen door onderwijs, inzet en volhouden. Je functioneren hangt dus samen met je mindset.
Mensen met een fixed mindset verbinden falen meteen aan hun identiteit. Zelfverklaarde slimme mensen die een toets slecht maken, zullen altijd de toets de schuld geven: aan henzelf kan het immers niet liggen! Dat doet teveel pijn. Mensen met een op groei gerichte mindset zullen een slecht gemaakte toets zien als een kans om te leren. Hoe kan ik het nog beter doen? Ze zijn blij met de kans zich te verbeteren.
(Beeld: Nigel Holmes)
Gelukkig zijn mindsets niet statisch: je mindset kan per onderwerp of moment anders zijn. Als je je mindset herkent, kun je hem zelfs op het moment zelf veranderen.
Wat kunnen we hiermee?
- De maker zegt als iets helemaal niet lukt hardop: ‘Dat is interessant!’ Zo kan de maker vrolijk verder werken. (Dat werkt. Eigen ervaring.) ‘Natuurlijk is het pijnlijk als je tekort schiet. Maar probeer het niet te zien als iets allesbepalends. Het is een probleem dat je onder ogen moet zien, dat moet verwerken en waar je van kunt leren.’
Dweck: ‘Een statische mindset maakt van andere mensen rechters in plaats van bondgenoten.’ Je doet dus ook anderen een plezier met je op groei gerichte mindset. 😉
- De collega probeert het werk van zijn jonge collega open te benaderen. Wat is interessant aan zijn aanpak? Voel ik weerstand, en hoe komt dat? Wat kunnen we samen leren? Hoe kan ik (vanuit een op groei gerichte mindset) mijn jonge collega ondersteunen en doen groeien? Hoe kan ik zelf groeien?
- De leraar begrijpt zijn eigen mindset. Hij probeert steeds weer open naar zijn klas te kijken. Wie zijn de kinderen en hoe kunnen ze groeien? Hij geeft open feedback en probeert kinderen niet te leren dat oefenen en doorzetten belangrijk is. Hij legt uit dat hersenen plastisch zijn en beter functioneren als je ze meer gebruikt. En dat iedereen dat kan.
Ter illustratie:
Stel, je dochter verliest een turnwedstrijd. Wat voor feedback geef je haar en wat zeg je daar eigenlijk mee?
- Maar ik vond jou de beste! Gelogen: ze was niet de beste, dat weet jij, dat weet zij
- De prijs is je afgepakt, hij kwam jou eigenlijk toe. Geef anderen de schuld van jouw tekortkomingen
- Ach joh, zo belangrijk is dat turnen niet. Iets wat niet lukt moet je meteen devalueren, weg ermee
- Je hebt talent, de volgende keer zal je zeker winnen. Gaat het met talent vanzelf? Hoe win je dan volgende keer?
- Je verdiende het niet om te winnen. De anderen waren beter. Als je ook zo goed wilt worden, moet je (nog) harder werken.
Vanuit de visie van Dweck is alleen de laatste optie juist.
Mens-zijn
Zijn zoals je als mens het liefst zou zijn. (En van nature ook bent.) Gedreven door gevoel en handelend op basis van samenwerking en vertrouwen in een intuïtief proces. Alle andere regels en processen zijn ondergeschikt daaraan. Dat is de grote conclusie wat mij betreft.
Is dat dan zo nieuw? Deze boeken zijn zeker een feest der herkenning. Alle anekdotes komen bekend voor, en kennen we ook uit ons eigen werk en leven. De uitleg en duiding echter maken alles logisch en helder. En dat is heel fijn.
En mijn vraag of je creatieve en maak processen in stappen kunt vangen en formaliseren? Het lijkt meer te gaan het scheppen van voorwaarden dan methodiek. Maar het echte antwoord weet ik nog niet. Wat deze boeken hebben gedaan is me voorzien van instrumenten om verder naar antwoorden te zoeken. Heel fijn!
Alle drie de boeken pak ik er regelmatig bij. Dus ja, ik raad ze van harte aan 🙂
De boeken:
Creating innovators / Tony Wagner
Mindset, de weg naar een succesvol leven / Carol Dweck
Empathie / Roman Krznaric
(Dit artikel is eerder verschenen op Makered.nl)