Ooit hoorde ik over de stad Çatalhöyük in Turkije.
Het is een hele oude stad (7000 voor Christus) en een hele bijzondere stad. Want in die stad zijn geen straten. Stel je dat eens voor; een stad zonder straten.
In Çatalhöyük ging iedereen via het dak de huizen in. Mensen lopen over elkaars huizen om thuis te komen. Heel dicht bij elkaar dus.
Ik vind dat mooi. Alles is verbonden, alles heeft een relatie.
Het voelt ook alsof zo’n stad natuurlijk groeit. Mensen bouwen er steeds een stukje bij, het klontert er bij aan. Heel erg maker wat mij betreft: mensen maken hun eigen wereld.
Oude steden
Ik bewonder het werk van Christopher Alexander. Hij is architect en heeft veel nagedacht over wat mooi is. Als je dat aan mensen vraagt, noemen we vrijwel altijd oude middeleeuwse steden. Rommelige stadskernen, smalle onlogische straten, trappen, scheve huizen, in de varieteit is er harmonie.
(Mijn simpele samenvatting van) Alexanders verklaring daarvan is dat mensen het fijn vinden als iets aardig en aandachtig is. Al die huizen passen bij elkaar omdat ze met aandacht voor dat wat er al stond zijn gebouwd. Zo wordt het vanzelf allemaal familie.
Verbonden huis
Al zo lang ik me herinner schets ik huizen voor mezelf. Ik ben er zelfs mee afgestudeerd. Een paar jaar geleden maakte ik als vakantie project weer een ontwerp voor een huis. Het huis was als een spin, alles aan elkaar verbonden als een ster. Met de keuken als kern, als lichaam.
Het was fijn om aan te werken. En ik vond het interessant om zo na te denken over het werk van Christopher Alexander.
Maar het gevoel van Çatalhöyük maakt nog veel meer indruk op me. Zo organisch, zo irrationeel en zo prachtig! Dus Koen de Wilde: huisnummer 076 vind je ergens onderin de berg.
Lekker samen wonen.